Herengracht 295 Telefooncentrale

<- 291 Herengracht            Panorama           Herengracht 303 ->

Herengracht 295 Gebouw telefoondiens 2 SAA k

Herengracht 295

Herengracht 295,  tekening Caspar Philips

Tekening Caspar Philips

Herengracht 295 
Telefooncentrale, en
voorheen de gemeentelijke telefooncentrale

Gebouwd             1918
Architect            Gerrit Jan Rutgers, Pieter Marnette
Opdrachtgever    Gemeente Amsterdam
Afgebroken        1955

Herengracht 295 Onteigening 08-03-1915 Algemeen Handelsblad

De officiële aankondiging van de onteigening van Singel 336, waarvan de eigenaar niet reageert op pogingen van de gemeente op het pand aan te kopen. Deze advertentie is van 8 maart 1915 aan het Algemeen Dagblad.

De eerste grote gemeentetelefooncentrale

Door de snelle groei van het aantal abonnees van het gemeentelijke telefoonbedrijf wordt in mei 1913 door B. en W. besloten tot de bouw een derde centrale in Amsterdam. Deze komt eerst op de benedenverdieping van het telefoonbureau aan de Raadhuisstraat. Gelijktijdig gaat men op zoek naar een andere plek in het centrum. Dat wordt een terrein tussen de Herengracht en het Singel.

Door B en W wordt ƒ 279,371.87 beschikbaar gesteld voor de nieuwe Telefooncentrale. Door de gemeente wordt in 1914-1915 aangekocht de percelen Herengracht 293 (f 15.000), 295(f 25.000), 297(ƒ 25.000), 299 (ƒ 55.000), 301 (ƒ 22.000), 303 ( ƒ 15.000) en Singel 332(ƒ 28.000), 334 (ƒ 30.000), 338 (ƒ 32.500), 340 ( ƒ 23.000).

De eigenaar van Singel 336 is een Franse adellijk officier, Thierry Arnold Laurens, graaf d' Alsace, luitenant bij het 11 e regiment kurassiers te Neufchateau. Reeds voor de (eerste wereld)oorlog probeerde de gemeente hem schriftelijk te bereiken. Maar hij reageerde nergens op.  Daarop start de gemeente de onteigenings procedure. Daarnaast is er nog een gang van de Herengracht, tussen 303 en 305, naar Singel 342, deze is nog van I. da Silva. Deze wordt gekocht voor ƒ 1000.

 

Eerste Wereldoorlog en de stormvloed 1916

Na het begin van de eerste wereldoorlog zijn veel Belgen naar Nederland gevlucht. Zij worden op veel plaatsen, ook in Amsterdam, ondergebracht. Ook in deze huizen, die leegkomen, worden vluchtelingen ondergebracht. Daar kwamen nog vluchtelingen van de stormvloed van 13 op 14 januari bij. Maar in februari 1916 wordt de afbraak aanbesteed. In maart wordt de opdracht gegund aan dhr. S. de Boer uit Haarlem voor f 17.033,00. Maar de tekeningen voor het nieuwe gebouw zijn nog niet klaar. Maar de noodzaak toto uitbreiding is groot, in mei wordt al een deel van de derde centrale, de centrale, "centrum", in gebruik genomen. Voorheen waren er alleen de centrales 'Noord" en 'Zuid". Vandaar de letter N, Z of C voor het abonneenummer bij oude telefoonnummers.

Intussen wordt der in de raad gediscussieerd over het ontwerp van de telefooncentrale, zowel over de breedte en de hoogte van het gebouw aan de grachten en welk beeld dit heeft tussen de andere huizen. Het lijkt erg op een fabrieksgebouw of een pakhuis. In het ontwerp is het eerst 22 meter hoog, maar dat wordt door de schoonheidscommissie als onnodig hoog gezien. De maximale bouwhoogte wordt uiteindelijk begrenst op 19 meter. 

 

Aanbesteding

In juli 1916 wordt de onderbouw aanbesteed, dat wil zeggen de fundering van het gebouw wordt gemaakt. Dit voor zowel de Herengracht en het Singel. Het wordt voor f 97.100 uitgevoerd door A. Noordijk uit Den Haag. Het definitieve ontwerp van het gebouw is dan nog niet klaar, pas in november 1916 is de bouwhoogte op 19 meter vastgesteld en kan het definitieve ontwerp worden gemaakt. Het is een  kubistische Amsterdamse School-gevel van architect  G.J. Rutgers en P.L. Marnette onder leiding van  directeur A.R. Hulshoff van Publieke Werken van de gemeente Amsterdam. Het beeldhouwwerk aan het gebouw is van Hildo Krop, het is zijn eerste echte grote opdracht van de gemeente. De ingang aan de Herengracht is na de afbraak in 1955 weer herplaatst in de centrale aan de Kamerlingh Onneslaan 1.

 

Uiteindelijk wordt in september 1917 de nieuwbouw aanbesteed, te bouwen op het al gemaakte onderbouw. Het werk wordt gegund aan de heer A. de Leon Wz. voor f 347.980 met en f 377.000 zonder voorwaarden. 

Het gebouw met de telefooncentrale "Centrum" wordt in oktober 1919 in gebruik genomen. Tevens is er de administratie in ondergebracht, deze zit aan de kant van de Herengracht, terwijl de technische installaties voor een belangrijk deel aan de Singel staan. Links naast het gebouw aan de Herengracht 293 zit de nieuwe dienstwoning, zoals dan gebruikelijk is en daarin woont van 1923-1933 de chef telefonie P.L.J. Faro en vanaf 1933 tevens de hoofdinspecteur W. den Drijver.

 

In 1939 wordt besloten om de telefooncentrale Noord, in de Spuistraat, hoek Raadhuisstraat zit, te verplaatsen naar hier. Het andere gebouw voldoet niet meer aan de eisen. En de PTT heeft ruimte nodig voor de interlokale verbindingen. Door de oorlog komt het stil te liggen, maar in 1955 wordt het uitgevoerd en wordt het administratiegebouw aan de Herengracht afgebroken omdat het ongeschikt is om het gewicht van de technische apparatuur te dragen. 

Herengracht 295 Oorspronkelijke ingang foto Lagerweij Polak

De ingang van de telefooncentrale tot 1955, daarna is deze verplaatst. Foto Lagerweij-Polak, fotograaf onbekend.

Herengracht 295 Foto tellers 1931 SAA

Van de tikkentellers worden in die tijd foto's gemaakt, waarna bij de administratie de rekening wordt opgemaakt. Foto uit 1931, Stadsarchief Amsterdam.

Herengracht 295 Afscheid 1929 SAA

Afscheid van mejuffrouw M.J.H. Scholk (zittend, vierde van links), hoofdopzichteres telefonisten Gem. Telefoon. Staande derde van rechts: L. Snijders, directeur Gemeentelijke Telefoon. Foto 1929 Stadsarchief Amsterdam

Hebt u aanvullingen of wilt u meedoen?

Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, wilt u dan ook het huisnummer erbij vermelden.

Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren.

 

Foto's of andere informatie vande  panden kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.